ASSOCIATIE

Buddy Tegenbosch


Associatie

Nu heb ik het idee dat er met mijzelf in het algemeen, en met mijn hersenen in het bijzonder, niet gek veel aan de hand is. 

De meeste dingen heb ik zo weten te rangschikken dat je van een rijtje zou kunnen spreken, mijn vrienden bellen me nog met enige regelmaat op, en op feestjes heb ik niet het idee gemeden te worden. Toch gaan mijn hersenen regelmatig met me aan de haal.

Zoals ik laatst al vertelde, heb ik nogal eens last van liedjes in mijn hoofd.
Helaas blijft het niet bij liedjes.

Ik beschouw mezelf niet als erg creatief. Zo kan ik niet tekenen. Mannetjes met harken als armen en benen lijken bij mij niet op mannetjes met harken als armen en benen. En ook gefröbel is aan mij niet besteed. Toen ik op de basisschool een vingerpoppetje moest haken, paste die om mijn rechterhand, en dat ik op de middelbare school tijdens handenarbeid nooit ernstig gewond ben geraakt, mag gerust als een wonder worden beschouwd.

Tja, en dat schrijven dan? Dat is vooral knippen, plakken, deleten en herschrijven. Mooie zinnen vloeien er nauwelijks direct uit mijn pen. Dit is geen valse bescheidenheid.
Toch heb ook ik een creatieve kant en die uit zich altijd in dezelfde vorm:
Associaties.
Die associaties hebben één ding gemeen: het proces voltrekt zich volledig buiten mijzelf om.

Voorbeelden:

Ik heb vroeger lange tijd gesport met iemand die ik altijd associeerde met een banaan. Zodra ik hem zag: banaan. En ook nu ik aan hem denk: banaan. Goed, hij was lang (niet krom) en wat mager, maar ik ken wel meer mensen van boven de één meter negentig die niet erg dik zijn en zij doen me nooit aan een banaan denken.

Veel vaker, echter, associëren mijn hersenen mensen met andere mensen. Op mijn laatste vlucht, bijvoorbeeld, was mijn collega die-manager-van-de-Albert-Heijn-die-we-zo-goed-kennen-van-de-reclame. Inclusief blauwwit bloesje. Want dat is wat mijn hersenen ook doen: ze verzinnen er van alles bij. We waren drie dagen onderweg en dat bloesje heeft hij niet uitgetrokken. Dat hij Duits sprak, maakte voor mijn hersenen niet uit. En zelfs als ik me nu deze collega probeer te herinneren, zie ik de-man-van-de-reclame voor me.
En hij was niet de eerste BN’er. Eerder vloog ik met: Bassie, inclusief stemmetje; Adriaan, die tijdens de vlucht een paar keer veranderde in Ivo Niehe; Wilfried de Jong; Paul de Leeuw; Vader Arbraham, terwijl de goede man géén baard had; Edwin van der Sar; Leo Blokhuijs; Rinus Michels (de man ging bijna met pensioen); Hans Teeuwen; Marc Overmars enz. enz.

Natuurlijk, ik begrijp dat ik dit schrijf op het gevaar af dat u de constatering in de inleiding heroverweegt. Maar dan denk ik: iedereen heeft wel iets eigenaardigs, toch? En tevreden pel ik een banaantje. Drie keer raden aan wie ik denk.
 


GEPLAATST: 2015-08-19 | RUBRIEK: BLOG